-
De gevangenis is dag en nacht gesloten, maar altijd vol; de moskee is altijd open, maar altijd leeg. (p.51)
-
De een speelt met de Koran, de ander heeft niets om mee te bidden. (p.51)
-
‘Allah is groot’ wordt enkel gedragen door de moskee. (p.52)
-
Geld opent alle deuren, behalve de hemelpoort. (p.54)
-
God geneest, de dokter ontvangt gunstbewijzen. (p.54)
-
Wie een stad binnenloopt, die neme zijn geloof aan. (p.55)
-
De troubadour van het eigen dorp vermaakt niet. (p.56)
-
God geeft tuinbonen aan de tandeloze. (p.57)
-
Hij steelt vuur van de duivel. (p.58)
-
De buik die tuinbonen eet, zwelt op. (p.58)
-
Eén tuinboon maakt nog geen erwtensoep. (p.59)