10. Liefde & Huwelijk

  • De liefde is als de maan, ze wordt kleiner of groter. (p.128)

  • Wie zijn dochter presenteert, zij zal nooit trouwen. (p.129)

  • Zelfs een klaproos heeft een zwarte schaduw. (p.129)

  • Alsof hij bounarzjouf heeft gegeten. (p.131)

  • Schoonheid rust op een doorn. (p.132)

  • Wie schoonheid huwt, is twee keer op bedevaart gegaan. (p.132)

  • De kookpot heeft zijn deksel gevonden. (p.133)

  • Honderd vragen om de hand, één neemt hem. (p.134)

  • Mevrouw stinkt, maar haar rqaddid geurt verrukkelijk. (p.135)

  • Een vrouw zonder man is als een kamer zonder deur. (p.137)

  • Wie luistert naar vrouwen, is zelf een vrouw. (p.137)

  • Ze blijft over als de zembou op het feest. (p.138)

  • Henna op luizen. (p.140)

  • Een ver vuur verwarmt niet. (p.141)

  • Hij/het heeft mijn hart gestolen. (p.142)

  • Hij heeft zijn hart opgegeten. (p.142)

  • Mijn hart eet mij op/Mijn hart jeukt aan mij. (p.143)

Kies hier het hoofdstuk voor beeld- en geluidfragmenten