14. Leven & Dood, en alles er tussenin

  • Een lijk beweent men voordat het begraven is. (p.189)

  • Wonden genezen eerder dan woorden. (p.189)

  • Vraag de ervarene, niet de dokter. (p.189)

  • De hemel is blauw, waar je ook heen gaat. (p.191)

  • Als het is geschied, is het al door de gootsteen. (p.192)

  • Hij bespeelt een gescheurde trommel. (p.192)

  • Schuld roest niet. (p.193)

  • Alsof je op doornen zit. (p.194)

  • Bij een smid zul je (thuis) geen ijzer vinden. (p.197)

  • Een baard doet geen boodschappen voor een baard. (p.198)

  • Als een schooier geen dromen had, zou hij sterven. (p.199)

  • De dromedaris ziet alleen de bult van zijn broer. (p.201)

  • Hij tilt zijn neus op. (p.202))

  • Waar je een kaalkop ook maar treft, hij zal bloed vergieten. (p.204)

  • Waar de naald gaat, daar volgt de draad. (p.205)

  • Wie rekent op de kleren van anderen, blijft naakt. (p.206)

  • De schoenmaker loopt op blote voeten. (p.207)

Kies hier het hoofdstuk voor beeld- en geluidfragmenten