12. Boer & Geit

  • Elke geit bungelt aan zijn eigen poot. (p.165)

  • Wie wind zaait, die oogst wind. (p.167)

  • Reeds in zijn kindertijd herken je de ram in een lam. (p.168)

  • Hoe meer de ram achteruitdeinst, hoe harder hij het op zijn kop krijgt. (p.168)

  • Als een herder niets te doen heeft, scheurt-ie zijn sandalen kapot. (p.168)

  • Hij stampvoet buiten de ‘andra’. (p.169)

  • Het medicijn van de ‘wari’ is de knuppel. (p.169)

  • Vuur onder het hooi. (p.171)

  • Een varken gaat pas dood, nadat het zich heeft vermenigvuldigd. (p.171)

  • In een gesloten mond komen geen vliegen. (p.173)

Kies hier het hoofdstuk voor beeld- en geluidfragmenten