Ooggetuigen van de bevrijding – Bram de Graaf
Dit zijn 6 van de 10 vertellers uit het boek Ooggetuigen van de bevrijding van Bram de Graaf. De vertellers in het boek maken op verschillende plaatsen en in verschillende hoedanigheden die maanden van de bevrijding mee; als verzetsstrijder, als concentratiekampgevangene, als lid van de Prinses Irene Brigade, als soldaat in het Duitse leger of als een kind dat in het strijdgewoel belandt. Voor hen allen geldt: voor ze zich ‘bevrijd’ kunnen noemen, ondervinden ze wat oorlog echt betekent. Klik op de foto’s om een fragment uit het boek te lezen.
Frans van der Meeren (1925) uit Bergen op Zoom: zit tot Dolle Dinsdag ondergedoken en meldt zich na de bevrijding van zijn stad op 27 oktober 1944 aan bij de Prinses Irene Brigade. Eind april 1945 steekt hij met zijn peloton de Maas over bij Hedel voor een laatste geallieerde operatie tegen de Duitsers op Nederlands grondgebied.
Kees Pouwelse (1932) uit Westkapelle: maakt op 3 oktober 1944 het bombardement op zijn woonplaats mee, tijdens het begin van de Slag om de Schelde. Terwijl bijna iedereen uit het dorp daarna naar elders vertrekt, besluit zijn familie te blijven.
Ger Rous (1934) uit Oudehaske: woont tijdens de hongerwinter in Amsterdam en ervaart wat honger en kou betekenen. Op maandagmiddag 7 mei 1945 gaat hij met zijn moeder en oma mee naar de Dam om de bevrijders te verwelkomen.
Myrna Tugendhaft-Reens (1937) uit Amstelveen: komt uit een Rotterdams Joods gezin dat in april 1943 wordt opgepakt en naar Kamp Westerbork wordt gebracht. Later gaat het op transport naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Begin april 1945, als de Britse troepen het kamp naderen, wordt Myrna op een ‘dodentrein’ gezet.
Op de foto Joost, zoon van Johan Baumeister (1926-2011) uit Deventer: deze zoon van een Duitse vader en een Nederlandse moeder krijgt eind 1943, net als zijn oudste broer en vader eerder, een oproep voor het Duitse leger. Na zijn opleiding wordt hij ingezet in Slowakije en daarna overgeplaatst naar de Elzas waar hij vecht tegen de oprukkende Amerikanen.
Hannie Boon-Duinker (1930) uit Almere: is het enig kind van een Texels gezin in Den Burg. De oorlog lijkt op het eiland ver weg. Wel komen er ondervoede Amsterdamse kinderen aansterken. Maar dan besluit het Georgische bataljon op Texel in opstand te komen.