Ooggetuigen van de bevrijding – Bram de Graaf – Kees Pouwelse

Kees Pouwelse

Fragment uit Ooggetuigen van de bevrijding van Bram de Graaf:

Westkapelle/Walcheren, dinsdag 3 oktober 1944, 11.45 uur

Verderop staat molen De Roos van Bram Theune. De molen staat op een heuveltje, met een ingang op de begane grond die toegang geeft tot een kelder, en heeft aan de onderkant muren van wel een meter dik. Veel mensen vluchten daarheen. Een moment overwegen ze dat ook te doen. Dan zegt moeder: ‘Nee, we gaan de schuilplaats in. Vader heeft hem niet voor niets gemaakt.’ Met z’n vieren rennen ze erheen. Ze kunnen er net een beetje in zitten.

Er komen meer vliegtuigen aan, horen ze, en dan begint de aarde te schudden en te trillen. De ene explosie volgt na de andere. ‘Verdorie,’ zegt moeder opeens. ‘De koffertjes staan nog in de keuken.’

Na een kwartiertje houdt het lawaai op. Moeder vraagt Kees of hij de koffertjes durft te halen die onder de keukentafel staan. Hij rent erheen en pakt de grootste mee. Terwijl hij terugrent verschijnt een nieuwe golf bommenwerpers en hij schuilt even achter het schuurtje. Dan sprint hij naar de schuilkelder, hij is net op tijd terug als de bommen inslaan.

Na elke golf vliegtuigen is er een pauze. Elke keer rent Kees dan terug naar hun huis om meer spullen op te halen. Hij neemt ook een paar appels mee naar de schuilkelder. Ze komen goed van pas, want door de kruitdampen zijn hun kelen gortdroog geworden.