Het krijthuis
Kleine Ries groeit op in een Brabants gezin met negen broers en een zus. Het grote gezin trekt een zware wissel op de moeder van Ries, die net is bevallen van het jongste broertje Josje. Ze kampt met haar gezondheid en het vochtige huis waarin ze wonen maakt het er niet beter op. Op de achtergrond woedt de oorlog, en ook de regels van de kerk tellen zwaar mee in huis. Terwijl haar oudste broer Dirk naar het klooster vertrekt, speelt Ries spelletjes met haar andere broers of tekent ze haar Krijthuis op de stoep. Wanneer broer Frits zijn eigen spel aan Ries opdringt, vlucht zij steeds vaker in haar Krijthuis. Daar voelt ze zich veilig voor de moraal van zonde en schuld, van verzwijgen en ontkennen. Uiteindelijk vertrekt ook Ries naar het klooster en hoopt daar dezelfde veiligheid te vinden als in haar Krijthuis, maar daar raakt ze in een isolement. Ondanks haar pogingen om haar leven de juiste kant op te sturen, blijft Ries balanceren op een dun touw waaronder de donkere afgrond lonkt.