Zabor
Opgevoed door zijn alleenstaande tante en zwijgzame opa, beleeft de jonge Zabor een zonderlinge jeugd aan de rand van een dorp in Algerije, daar waar de woestijn begint. Hij slaapt overdag, dwaalt ’s nachts rond en zoekt zijn toevlucht tussen de enkele boeken die de stoffige bibliotheek rijk is en die zin geven aan zijn bestaan. Al jong ontdekt hij dat hij een gave bezit: zolang hij schrijft, houdt hij de dood op afstand. Op een avond klopt zijn gehate halfbroer bij hem aan: hun vader ligt op sterven en Zabor is de enige die, misschien, in staat is zijn dood af te wenden. Maar waarom zou Zabor het leven proberen te lengen van iemand die nooit van hem gehouden heeft?
Kamel Daouds debuut Moussa of de dood van een Arabier vormde een antwoord op De vreemdeling van Albert Camus, en in Zabor ontsnapt de hoofdpersoon als een ware Scheherazade uit Duizend-en-een-nacht aan de leegte door zijn naasten te redden middels de kracht van het schrijven en de taal. Zabor is een vertelling en duizelingwekkende bekentenis ineen, waarin het belang van fictie op schitterende wijze verbeeld wordt.