Verdriet van de engelen
Een jongen - hij blijft naamloos - komt na een ijzige boottocht terug aan land. Hij rouwt om zijn beste vriend, die tijdens de boottocht om het leven is gekomen. Vertwijfeld en alleen zoekt hij een manier om zijn leven weer op te pakken en om het verlies te verwerken. Als de weken verstrijken ebt de impact van de gebeurtenissen wat weg. Hij wordt door Jens, de postbode, overgehaald om samen met hem post te bezorgen in een onbekend gebied. Een gevaarlijke tocht, die hen over de bergen en door sneeuwstormen naar het Winterstrand moet brengen. Jens en de jongen zijn tegenpolen - Jens is zwijgzaam, de jongen hecht meer waarde aan de kracht van woorden dan aan stilte - en de reis wordt zowel een fysieke als een mentale uitdaging. De barre winterse omstandigheden en de constante dreiging van de storm dwingt hen een manier te vinden om te overleven, met elkaar. Jón Kalman Stefánsson vertelt in prachtige bewoordingen een aangrijpend verhaal over liefde, de kracht van taal, volwassen worden en het verlangen naar wezenlijk contact met een ander.