Soms sneeuwt het in april vertelt het verhaal van een meisje dat opgroeit met het gewicht van haar moeders oorlogstrauma op haar schouders. Een aangrijpende en meeslepende geschiedenis die gebaseerd is op ware gebeurtenissen.
Hoe ga je om met je allesbepalende familieverleden?
1985. Katharina en Peter staan op een beslissend punt in hun relatie. Na twintig jaar hadden ze niet meer op een zwangerschap gerekend en ze vragen zich af of ze dit wel samen willen. Midden in een zomerse nacht op Texel spreken ze hun twijfels uit, in de auto, langs de kant van de weg. Terwijl ze praten dringt het verleden van Katharina zich aan haar op. Haar vader en oma overleden toen zij twaalf was, haar moeder Helena bemoeide zich nauwelijks met haar en Katharina voelde zich nergens thuis. Als Katharina ouder wordt, wordt het haar duidelijk dat haar familie nog een andere geschiedenis kent, een die terugvoert naar de Tweede Wereldoorlog.
1944. In Amsterdam-Zuid werkt Helena op feestjes van de Duitse bezetter. Ze is voortdurend alert, want hoe later het wordt, hoe openhartiger de hoge heren praten over de toestand in de stad. Helena speelt de informatie door, maar wanneer ze in de gaten loopt moet ze de stad ontvluchten. Haar bestemming wordt het relatief vredige Waddeneiland Texel, maar ook daar ontkomt ze niet aan de oorlog.
‘Indringende roman over identiteit en afkomst. Een [...] die je in een adem uitleest.' - Woordkunst
Soms sneeuwt het in april vertelt het verhaal van een meisje dat opgroeit met het gewicht van haar moeders oorlogstrauma op haar schouders. Een aangrijpende en meeslepende geschiedenis die gebaseerd is op ware gebeurtenissen.
Hoe ga je om met je allesbepalende familieverleden?
1985. Katharina en Peter staan op een beslissend punt in hun relatie. Na twintig jaar hadden ze niet meer op een zwangerschap gerekend en ze vragen zich af of ze dit wel samen willen. Midden in een zomerse nacht op Texel spreken ze hun twijfels uit, in de auto, langs de kant van de weg. Terwijl ze praten dringt het verleden van Katharina zich aan haar op. Haar vader en oma overleden toen zij twaalf was, haar moeder Helena bemoeide zich nauwelijks met haar en Katharina voelde zich nergens thuis. Als Katharina ouder wordt, wordt het haar duidelijk dat haar familie nog een andere geschiedenis kent, een die terugvoert naar de Tweede Wereldoorlog.
1944. In Amsterdam-Zuid werkt Helena op feestjes van de Duitse bezetter. Ze is voortdurend alert, want hoe later het wordt, hoe openhartiger de hoge heren praten over de toestand in de stad. Helena speelt de informatie door, maar wanneer ze in de gaten loopt moet ze de stad ontvluchten. Haar bestemming wordt het relatief vredige Waddeneiland Texel, maar ook daar ontkomt ze niet aan de oorlog.
‘Indringende roman over identiteit en afkomst. Een [...] die je in een adem uitleest.' - Woordkunst