Een openhartige autobiografie van een uniek politicus, mensenrechtenactivist en schrijver
Het hele werkzame leven van Boris Dittrich staat in het teken van zijn strijd voor gelijke rechten en lhbti-emancipatie. In de jaren tachtig helpt hij als advocaat homoseksuelen die hun partner hebben verloren aan aids. Na een tijd als rechter te hebben gewerkt, is hij van 1994 tot 2006 Tweede Kamerlid voor D66, waarvan de laatste drie jaar fractievoorzitter. Als openlijk homoseksueel parlementslid maakte hij zich onder meer hard voor de openstelling van het burgerlijk huwelijk. Met succes, want op 1 april 2001 trouwt de Amsterdamse burgemeester Job Cohen de allereerste homoparen ter wereld.
In Mandaat blikt Dittrich terug. Prachtig vertelt hij over zijn ouders, over zijn vader die in 1948 vanuit Tsjecho-Slowakije naar Nederland vluchtte, over zijn vriendin met wie hij bijna trouwde, en over zijn coming-out, die verre van ideaal was. Ook schetst Mandaat een bijzonder tijdsbeeld: van het Amsterdam in de jaren tachtig en negentig, toen de aidsepidemie hard toesloeg, tot de tijd van de paarse kabinetten en van de roerige politieke jaren daarna, toen de moord op Pim Fortuyn de Nederlandse politiek defi nitief veranderde. We volgen Dittrich over de wereld voor zijn werk als internationaal jurist en eindigen in Den Haag, waar hij opnieuw in de politiek actief is.
Een openhartige autobiografie van een uniek politicus, mensenrechtenactivist en schrijver
Het hele werkzame leven van Boris Dittrich staat in het teken van zijn strijd voor gelijke rechten en lhbti-emancipatie. In de jaren tachtig helpt hij als advocaat homoseksuelen die hun partner hebben verloren aan aids. Na een tijd als rechter te hebben gewerkt, is hij van 1994 tot 2006 Tweede Kamerlid voor D66, waarvan de laatste drie jaar fractievoorzitter. Als openlijk homoseksueel parlementslid maakte hij zich onder meer hard voor de openstelling van het burgerlijk huwelijk. Met succes, want op 1 april 2001 trouwt de Amsterdamse burgemeester Job Cohen de allereerste homoparen ter wereld.
In Mandaat blikt Dittrich terug. Prachtig vertelt hij over zijn ouders, over zijn vader die in 1948 vanuit Tsjecho-Slowakije naar Nederland vluchtte, over zijn vriendin met wie hij bijna trouwde, en over zijn coming-out, die verre van ideaal was. Ook schetst Mandaat een bijzonder tijdsbeeld: van het Amsterdam in de jaren tachtig en negentig, toen de aidsepidemie hard toesloeg, tot de tijd van de paarse kabinetten en van de roerige politieke jaren daarna, toen de moord op Pim Fortuyn de Nederlandse politiek defi nitief veranderde. We volgen Dittrich over de wereld voor zijn werk als internationaal jurist en eindigen in Den Haag, waar hij opnieuw in de politiek actief is.