Vertaler: Theo de Feyter
Het Gilgamesj-epos is het verhaal van koning Gilgamesj, die zijn volk onderdrukt. Hij krijgt door de goden een vriend toebedeeld met wie hij op avontuur kan, zodat zijn volk van hem verlost is. Samen beleven zij avonturen, verslaan monsters en tarten de goden. Wanneer zijn vriend sterft, raakt de koning in een crisis. Hij wordt bevangen door doodsangst en gaat op zoek naar zijn voorouder die een geweldige watervloed, bedoeld om de mensheid te vernietigen, heeft overleefd en als gevolg daarvan onsterfelijk is geworden. Onderweg beleeft hij vele avonturen en hoort hij vele wijsheden. Bij zijn voorouder aangekomen, leert hij dat hij zich moet neerleggen bij zijn sterfelijkheid.
Dit verhaal is geschreven in het Akkadisch, de taal die van het derde tot het eerste millenium v.Chr. werd gesproken in Mesopotamië, het huidige Irak en Syrië. De tekst is geschreven in spijkerschrift op kleitabletten. Rond 1200 v.Chr. kreeg het epos zijn huidige, geredigeerde vorm in twaalf tabletten. Toen werd ook het oudere verhaal van de Grote Vloed toegevoegd, bij ons bekend door de bijbelversie.
Vertaler: Theo de Feyter
Het Gilgamesj-epos is het verhaal van koning Gilgamesj, die zijn volk onderdrukt. Hij krijgt door de goden een vriend toebedeeld met wie hij op avontuur kan, zodat zijn volk van hem verlost is. Samen beleven zij avonturen, verslaan monsters en tarten de goden. Wanneer zijn vriend sterft, raakt de koning in een crisis. Hij wordt bevangen door doodsangst en gaat op zoek naar zijn voorouder die een geweldige watervloed, bedoeld om de mensheid te vernietigen, heeft overleefd en als gevolg daarvan onsterfelijk is geworden. Onderweg beleeft hij vele avonturen en hoort hij vele wijsheden. Bij zijn voorouder aangekomen, leert hij dat hij zich moet neerleggen bij zijn sterfelijkheid.
Dit verhaal is geschreven in het Akkadisch, de taal die van het derde tot het eerste millenium v.Chr. werd gesproken in Mesopotamië, het huidige Irak en Syrië. De tekst is geschreven in spijkerschrift op kleitabletten. Rond 1200 v.Chr. kreeg het epos zijn huidige, geredigeerde vorm in twaalf tabletten. Toen werd ook het oudere verhaal van de Grote Vloed toegevoegd, bij ons bekend door de bijbelversie.